Riesenschnauzer

Algemene rasbeschrijving

Oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland, meer specifiek uit de regio Tirol in Oostenrijk, heeft de Schnauzer wortels die teruggaan tot de Middeleeuwen. Voorheen bekend als "Pinscher met harde vacht", werd hij voornamelijk gefokt om ongedierte te bestrijden.

Aan het begin van de veertiende eeuw werden de Pinschers met harde vacht en met gladde vacht onderscheiden in twee goed gedefinieerde rassen. De eerste kreeg toen de naam Schnauzer, gekenmerkt door zijn baard en snor op de snuit (het woord "schnauzer" betekent "snuit" in het Duits). In 1895 werd de Schnauzerclub opgericht, aanvankelijk met als doel om er een waak- en verdedigingshond van te maken, en zelfs bekend werd als een "oorlogshond" vanwege zijn vechtlustigheid en imposante omvang.

In die tijd bestonden alleen reusachtige Schnauzers. Later werd de standaard aangepast om kleinere exemplaren te bevorderen. Kruisingen met honden van het type Affenpinscher of Spitz werden uitgevoerd om miniatuur exemplaren met een familiaal temperament te verkrijgen.

Na deze zorgvuldige selectieprocedure ontstonden drie onderscheidende standaarden: dwerg, middelgroot en reusachtig. Alle drie werden officieel erkend door de Internationale Kynologische Federatie op 13 juli 1955, en hun huidige normen werden bijgewerkt op 6 maart 2007.

Of ze nu reusachtig, middelgroot of dwerg zijn, alle Schnauzers stammen af van dezelfde lijn en delen vergelijkbare fysieke kenmerken, behalve hun schouderhoogte. Ze zijn krachtig, compacter dan langwerpig, met een vierkante vorm van het lichaam en een brede en diepe borstkas. Hun hoofd is lang en breed, in harmonie met de rest van hun silhouet. Hun ogen van gemiddelde grootte zijn ovaal en omringd door dikke en donkere wenkbrauwen.

Hun V-vormige oren hangen langs de kaaklijn, die ook goed gedefinieerd is. Hun staart in de vorm van een C wordt hoog gedragen en op de rug opgerold. Hun vacht, hard en dicht, kan zwart, zilver, grijs of wit zijn.

Schnauzers hebben een speels temperament, altijd goed gehumeurd, en ze vermaken graag. Desondanks kunnen ze ook genieten van rustige momenten en kunnen ze gemakkelijk hun energie beheersen. Ze hechten zich sterk aan kinderen en vinden het heerlijk om met hen te spelen. Ze zijn uitstekende waakhonden en zullen niet aarzelen om zichzelf in gevaar te brengen om hun gezin te beschermen en zullen extra voorzichtig zijn tegenover vreemden.

Ze zijn loyaal en toegewijd aan hun baasjes en kunnen ook behoorlijk koppig zijn in hun beslissingen. Daarom moet hun opvoeding met vastberadenheid worden aangepakt. Omdat Schnauzers intelligent zijn, zullen ze snel begrijpen welke grenzen ze moeten respecteren.

Het is echter belangrijk om niet te abrupt te zijn in hun leerproces; een vastberaden maar positieve educatieve aanpak zou ideaal zijn. Reusachtige en middelgrote Schnauzers hebben de neiging om dominante gedragingen te vertonen naar hun soortgenoten. Het is dus essentieel om ze van jongs af aan te socialiseren. Hoewel ze duurzamer en resistenter zijn dan hun kleinere tegenhangers, blijven de drie varianten uitstekende dagelijkse metgezellen.

Als volwassenen wegen reusachtige Schnauzers over het algemeen tussen de 30 en 48 kg bij mannetjes en tussen de 25 en 34 kg bij vrouwtjes. Hun schouderhoogte varieert van 65 tot 70 cm bij mannetjes en van 60 tot 65 cm bij vrouwtjes.